Transgender ouderen en zorg
De zorg op gemeentelijk niveau
In Nederland is er een verdeling van de zorg in ‘cure’ en ‘care’. De kortstondige zorg gericht op genezing (cure) is het terrein van de nationale overheid en ziekenhuizen. De langdurige zorgbehoeften (care) is sinds 2015 het terrein van de gemeente. Hieronder valt bijvoorbeeld de thuiszorg. Door de kleinere schaal ten opzichte van de nationale zorg zijn minderheden ook in aantallen kleiner. Gemeenten vinden een groep daardoor al snel te klein om beleid voor te maken. Een belangrijke vraag is hoe toch transgendervriendelijke zorg in alle gemeenten te realiseren.
Zaterdag 18 februari vond er in het Roze Huis in Nijmegen een panelgesprek plaats over transgenderouderen en zorg. Hieronder volgt een verslag van wat daar besproken is.
Het deskundigheidspanel bestond uit:
– Corine van Dun, voorzitter van Transgender Netwerk Nederland (TNN). ‘Economische zelfstandigheid; een baan hebben en een pensioen opbouwen, vind ik een belangrijk doel voor transgenders.’
– Anke van Diepenbeek, beleidsadviseur gemeente Nijmegen. ‘Het is belangrijk om te doen wat nodig is en dit thema in te passen in de reguliere zorg.’
– Petra Ybeles Smit, bestuurslid COC Nijmegen. ‘De persoon (zorgvrager) moet centraal staan.’
– vreer Verkerke, genderactivist, o.a. initiatiefnemer van Principle 17. ‘De hele maatschappij is wit hetero cisnormatief. Er is een schrikbarend gebrek aan fatsoenlijke omgang met elkaar.
Het gesprek werd geleid door Els Rommes, docent en onderzoeker bij Gender Studies Radboud Universiteit Nijmegen
Jongeren vs. Ouderen
Uit verschillende verhalen blijkt dat de jongere generaties open staan voor een grotere genderdiversiteit, waar de oudere generaties over het algemeen nog veel in het binaire manvrouw denken. Dit geldt voor transgenders zelf, maar ook de mensen eromheen. Doordat genderdiversiteit relatief onbekend is bij de oudere generaties is acceptatie in deze groep ook moeilijker. Armoede en eenzaamheid komen relatief vaker voor bij transgenderouderen. Er is beleid op ouderen, maar om het beleid specifiek op transgender ouderen te richten is het belangrijk dat de behoeften van deze groep duidelijk zijn. Corine van Dun stelt voor dat TNN misschien eens een onderzoek kan uitvoeren specifiek gericht op ouderen om hier meer zicht op te krijgen.
Bejegening
De gespreksleider Els Rommes vraagt naar positieve ervaringen in de zorg. Er klinkt gegrinnik uit de zaal. Er komen meerdere voorbeelden uit het publiek van mensen die op een ronduit respectloze manier zijn behandeld in de zorg. Enkele voorbeelden hiervan zijn: medewerkers die, als ze
op de hoogte zijn van het transgenderverleden van een persoon, vervolgens consequent de verkeerde aanspreektermen gebruiken, opmerkingen over geslachtsdelen die er anders uitzien dan men had verwacht en in één geval was er zelfs sprake van het ontzeggen van zorg. Er wordt ook een aantal positieve ervaringen genoemd; hulpverleners die wel vanaf het begin de juiste aanspreekvorm gebruiken en artsen die verder geen transgendergerelateerde vragen stellen wanneer dat niet nodig is. Opvallend is dat de positieve ervaringen die benoemd worden met name in het verleden hebben plaatsgevonden. Het lijkt erop dat de situatie is verslechterd in plaats van verbeterd.
Onwetendheid
Er is in de gehele maatschappij en dus ook in de zorg nog veel onwetendheid over transgenders. Het algemene beeld blijft dat transgenders in een verkeerd lichaam zitten. Binnen geneeskunde, (gezondheids)zorg- en welzijnsopleidingen is er geen structurele aandacht voor transgenders en bij wat er wel over wordt gezegd wordt er vaak geproblematiseerd. Als het wel besproken wordt dan vaak summier en alleen als probleem waar een patiënt mee kan worstelen. Dat versterkt het vooroordeel dat transgender zijn van zichzelf een negatief iets is. Door de onwetendheid worden diverse psychische en fysieke klachten vaak gekoppeld aan het transgender zijn, terwijl die er niet altijd mee te maken hebben. Transgenders hebben ook zorgbehoeftes die volkomen los staan van het transgender zijn. Reguliere ouderdomsklachten bijvoorbeeld komen bij transgenders net zo vaak voor als bij andere mensen. Het komt dan ook regelmatig voor dat transgenders (huis)artsen zelf voorlichting moeten geven over transgenders.
Melding
Het is belangrijk om dergelijke gevallen te melden, dit is de enige manier om zicht te krijgen op deze problemen. In het gesprek komen verschillende kanalen naar voren waar meldingen gedaan kunnen worden. – Klachtencommissie van de desbetreffende organisatie, het voordeel hiervan is dat het direct bij de organisatie bekend is. – Ieder1gelijk, Bureau Gelijke Behandeling Gelderland Zuid (of een ander discriminatie meldpunt), hier kun je discriminatie melden of een klacht indienen. Zij kunnen ondersteunen bij het zoeken naar een oplossing. – Het college voor de rechten van de mens. Bij strafbare discriminatie kun je aankloppen bij het College voor de rechten van de mens. Het College bevordert, bewaakt, beschermt en belicht mensenrechten in Nederland door onderzoek, advies, voorlichting en monitoring. Ook oordeelt het College in individuele gevallen over gelijke behandeling in de zorg.
Gemeente Nijmegen
De gemeente Nijmegen wil dit onderwerp hoger op de agenda zetten. De afgelopen jaren was hier weinig ruimte voor in verband met de decentralisering en transitie van de zorg.
De medewerkers van o.a. de Stedelijke informatiepunten voor informatie, advies en ontmoeting in de wijk (in Nijmegen genaamd Stip) en de sociale wijkteams zijn niet getraind op genderthema’s. Er is een seksuoloog in dienst die ze kunnen raadplegen. De vraag is of dit de juiste expertise is. Een seksuoloog heeft een expertise op seksuele onderwerpen, maar niet op genderonderwerpen. Dat zijn twee verschillende dingen. Het concept van een expertisepersoon die geraadpleegd kan worden lijkt wel een goed plan, naast bepaalde basiskennis bij alle zorgverleners.
De gemeente heeft de rol de trainingen aan o.a. de Stips en sociale wijkteams aan te jagen en eventueel te faciliteren. Druk vanuit het COC en de LHBT-adviescommissie kunnen hierin zeker een stimulerende rol hebben.
Er wordt gesproken over mogelijke matching tussen zorgvrager en zorgverlener (in dit geval thuiszorg). Hierover verschillen de meningen. Het feit dat de zorgvrager transgender is zou geen reden moeten zijn om een specifieke matching te maken. Aan de andere kant kan dit wellicht een tijdelijke oplossing zijn. Uiteindelijk zullen alle medewerkers echter getraind moeten worden in de omgang met LHBT- personen. Daarnaast is het aan te bevelen dat er bij de opleiding geneeskunde en andere zorggerelateerde opleidingen structureel aandacht wordt besteedt aan genderdiversiteit. Op deze manier kan de onwetendheid bij (toekomstige) zorgverleners worden aangepakt. Het is belangrijk hierbij transgender niet als probleem te benaderen. Naast het begrip transgender zou daarom ook het begrip cisgender aan bod moeten komen.
Lopende initiatieven
Zorginstellingen die LHBT-vriendelijke zorg bieden kunnen het Roze Loper keurmerk krijgen. De Roze Loper (een initiatief van COC Nederland van Anbo) houdt zich bezig met LHBT-ouderen. In de praktijk ontbreekt het echter aan aandacht voor de T. Transgenderouderen lopen in de zorg tegen andere dingen aan dan homo- of biseksuele ouderen. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld dat hulpverleners respectvol moeten reageren op een ander lichaam. Ook het bewust zijn van het gebruiken van de juiste aanspreekvorm is hierbij van belang.
Vaak blijkt personeel van zorginstellingen waar wel LHBT-sensitiviteitstraining is geweest vooral iets over homoseksualiteit te hebben geleerd en heel weinig over gender.
Al in 2014 is er in Nijmegen een Roze stembusakkoord gesloten. Er werd besloten dat er een Actieplan Transgenders moest komen en Stichting Welzijn Ouderen Nijmegen (SWON) kreeg de opdracht om een roze beleid voor ouderen te ontwikkelen. Door de veranderingen in de zorg liep de uitvoering van het stembusakkoord veel vertraging op maar inmiddels wordt er weer hard gewerkt aan nieuw LHBT beleid, o.a. in een nieuwe Uitvoeringsnotitie Seksuele en genderdiversiteit. Anke van Diepenbeek benadrukt dat het er de gemeente Nijmegen veel aan gelegen is hierin nadrukkelijk aandacht te besteden aan transgenders, en dat het LHBT beleid voor ouderen ook vooral de transgender ouderen als aparte groep met eigen problemen en behoeften meeneemt.
Verslag door Cas van Mieghem, mmv Krystel Honsbeek, Rense Havinga en Nico Lippe